De Vrolijke       Pelgrim

home      films      foto’s     tekeningen      verhalen      links      contact

                    
Langs de Via de la Plata, zeker in Andalusia, maar ook in de Extramadura, lijken de dorpen als twee druppels water op elkaar. Witte huizen, een middeleeuws stratenplan, in het midden een kerk van bruine zandsteen. Zelfs de ooievaars op het dak van de kerk zijn voorspelbaar. De vervreemding slaat toe in de middag, als heel Spanje slaapt. De toch al dun bevolkte dorpen zijn dan volstrekt leeg, op een eenzame hond of kat na.


In Monesterio, een dorpje in de Extremadura van nog geen 5.000 inwoners verscheen op zo'n middag een eenzame wolk boven de huizen. De lucht was strak blauw, alleen onze  voetstappen verstoorden de stilte. Ik moest aan een gedicht van Martinus Nijhoff denken. Thuis zocht ik het op:

Een traag wolkje, als een eilandje in
de heldere hemel ontplooid,
beduidde het nu of nooit
ophanden zijnd offensief.

Het gevoel van dreiging was volkomen ongerijmd. Maar achterafgezien was dat wolkje een voorteken. Daar in Monesterio liepen we een voedselvergiftiging op, die zich tijdens de volgende etappe openbaarde. Halverwege lagen we uitgeput en misselijk uit te rusten op een heuvel in de schaduw van een eenzame steeneik. Aan de horizon zagen we de onbereikbaar ver lijkende contouren van het dorp, waar we, of we het wilden of niet toch naar toe moesten.


Vreemdeling zijn we hier. Vreemde wezens, die elke dag weer in de brandende zon of in de stromende regen door de eindeloze velden lopen. De Spanjaarden laten het niet duidelijk merken, maar wij, de wandelaars, zijn van een eigenaardig slag. Lompe, naar zweet stinkende indringers, met bemodderde wandelschoenen, met een hobbezak op onze rug, al dan niet versierd met een buiten proporties grote jacobsschelp. Wij, de estraneros, met onze woordenschat die niet veel verder reikt dan 'bon camino', 'desayuno' en 'menu pelegrino por favor'. Gelukkig zijn er ook Spanjaarden die ons pelgrims als een kans zien. We brengen geld in het laatje, ook al blijven we maar één dag. Volgend jaar gaan we weer.

Extranjeros